Op 1 februari 2021, bestaat Ciao tutti 11 jaar. Ciao tutti is het grootste en meest inspirerende Italiëblog van Nederland en Vlaanderen. Ik geniet als Italiëfan al jaren van de mooie verhalen en prachtige foto’s. Maar wie is Saskia Balmaekers, de vrouw achter deze blogsite? En hoe kon zij van haar liefde voor Italië haar werk maken?
Om daar achter te komen legde ik Saskia Balmaekers, de initiatiefneemster van Ciao tutti, 11 vragen voor. Waarom precies 11 vragen? Ciao tutti is op 1-2-2021 al weer 11 jaren jong. En Saskia is een rasechte Limburgse. In Limburg en Brabant heeft het ‘narrengetal’ 11 een bijzondere betekenis. Dat gaat verder dan Carnaval.
1. Wie is Saskia Balmaekers, de drijvende kracht achter Ciao tutti? Wil je jezelf kort introduceren voor de lezers van Vakantaseren?
Ciao tutti, piacere, aangenaam in het Italiaans! Ik ben Saskia, veertig jaar oud en initiatiefneemster van Ciao tutti, het grootste Italiëblog van Nederland en Vlaanderen. Je kunt je voorstellen dat ik dol ben op Italië. Op mijn achttiende maakte ik voor het eerst kennis met het land en ik was meteen verkocht. Elke vakantie ging ik erheen, om rond te reizen, om Italiaans te leren en om zoveel mogelijk van die heerlijke sfeer op te snuiven zodat ik er tijdens gewone kantoordagen inspiratie uit kon putten.
‘Ik werkte als puzzelmaker bij Denksport’
Eerst werkte ik namelijk als puzzelmaker bij Denksport, waar ik onder meer de eerste sudoku’s maakte, en later deed ik de marketing voor uitgeverij Gottmer. Ik werkte meer dan fulltime, genoot ondertussen van (culinaire) Italiaanse adresjes in Amsterdam en Haarlem en spaarde om langere tijd in Italië te kunnen verblijven.
Dat lukte dankzij een idee van mijn broer, die mij eind 2009 voorstelde om een blog te beginnen over Italië. Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar ik wist toen niet wat dat was, een blog, en hoe ik zoiets moest aanpakken. Ik zat altijd met mijn neus in een boek, ook voor werk natuurlijk, en vond die digitale wereld vrij ontoegankelijk.
‘Op 1 februari 2010 publiceerde ik mijn eerste blog‘
Dankzij mijn broer zette ik echter mijn eerste stappen in de blogwereld. Op 1 februari 2010 publiceerde ik mijn eerste blog op Ciao tutti. Die werd door een kleine honderd mensen gelezen. Elke dag deelde ik een nieuw verhaal en langzaam breidde de kring lezers zich uit. Inmiddels zijn het er meer dan 225.000 per maand en is Ciao tutti een meer dan fulltime job geworden. Sudoku’s los ik alleen nog op als ik in het vliegtuig zit.
2. Waar komt jouw liefde voor Italië vandaan?
Sinds mijn eerste kennismaking met Italië ben ik helemaal verslingerd geraakt aan het land, de geuren, het heerlijke eten, de druk gebarende mensen op straat, de taal…
Ik kan me nog heel goed herinneren hoe ik voor de eerste keer de bus uitstapte in het centrum van Rome. Ik was net achttien, het was vlak voor de eindexamens en samen met een heleboel andere vierde-, vijfde- en zesdeklassers had ik me al weken verheugd op de Rome-reis. Na een lange busreis met weinig slaap kwamen we dan eindelijk in het centrum van Rome aan. De overweldigende hoeveelheid monumenten, de schitterend versierde kerken, de drukte op de pleintjes en het lunchen in kleine barretjes maakten de ongemakken van het hotel (hoezo variatie op het menu? Gewoon elke ochtend een hard broodje met jam en avond aan avond kip met sla!) meer dan goed.
‘Ik ben ontelbare keren in Rome geweest’
De stad ging niet meer uit mijn systeem en nu, ruim tien jaar later, ben ik ontelbare keren terug naar Rome geweest om de stad pleintje voor pleintje en straatje voor straatje te ontdekken (waarbij ik de culinaire ontberingen van het eerste uur inmiddels helemaal heb weten te compenseren door op mijn zwerftochten door de stad voorrang te geven aan leuke eettentjes, kleine koffiebarretjes en gezellige huiskamerrestaurantjes). Vanuit Rome begon ik ook de rest van Italië te verkennen, van Napels en de Amalfikust in het zuiden tot Milaan en Venetië in het noorden. Zo groeide mijn passie voor Rome uit tot een passie voor Italië, en inmiddels gaat er (bijna) geen maand voorbij of ik reis af naar het land van de spaghetti, de cappuccino en de Vespa’s.
‘Misschien heb ik Romeinse roots?’
Waar dat precies aan ligt? Het was geen liefde op het eerste gezicht, maar wel een gevoel van thuiskomen. Misschien heb ik toch ergens ver weg Romeinse roots? Ik ben geboren in Meerssen, vlak bij Maastricht, waar nog altijd sporen van de Romeinen worden gevonden, zeer recentelijk nog, bijna in de achtertuin van het huis waar mijn opa en oma ooit woonden.
Of dat het gevoel van thuiskomen verklaart, weet ik niet, maar zodra ik voet op Italiaanse bodem zet kom ik thuis. Nog een eerste espresso aan de bar en het geluk stroomt door mijn aderen, net zoals wellicht nog een restje Romeins bloed.
3. Zou je in Italië willen wonen en verder gaan als Italiaanse?
Nee, dat niet. Ooit wilde ik dat wel, maar ik heb eigenlijk het beste van twee werelden. Ik kan als ik in Italië ben optimaal genieten, en heb daarnaast genoeg tijd om bij familie en vrienden te zijn, mezelf dagen op te sluiten om aan een e-book te werken zonder dat buiten Italiaans schoon wacht. Normaal gesproken wissel ik een tijdje in Italië af met een tijd in Nederland en dat bevalt prima.
4. Wat heeft corona voor jou persoonlijk betekend? En wat heeft het je gebracht?
Italië werd in het voorjaar van 2020 als eerste hard getroffen. Het was echt even lastig om te bedenken wat ik moest doen. Moest ik even stoppen, na dik tien jaar onafgebroken een dagelijks artikel publiceren? Of hadden mensen juist behoefte aan afleiding van al dat corona gerelateerde nieuws?
Uiteindelijk besloot ik door te gaan, met wel wat andere soort content en in de nieuwsbrief ook veel aandacht voor de situatie in Italië. Dat werd zeer gewaardeerd, zo bleek uit de vele persoonlijke mails die ik kreeg en nog krijg, want de situatie is nu weliswaar anders maar op dit moment kunnen we nog altijd niet reizen.
‘Wat kan ik doen voor de lezers?’
De coronacrisis dwong me als ondernemer alles weer eens goed onder de loep te nemen. Wat kan ik doen voor de lezers? Waar hebben ze behoefte aan? Ook dwong het tot een nieuwe vorm van creativiteit. Zo maakte ik vier puzzelboekjes met Italië in de hoofdrol (een mooie combinatie van mijn huidige en voorgaande banen) en pakte ik een aantal grote eindredactieklussen aan.
In deze blog deel ik mijn persoonlijke ervaring over de eerste negen maanden na de start van de eerste corona-uitbraak in Italië.
Tot slot startte ik met mijn eerste roman, maar om die te kunnen voltooien moet ik me denk ik toch een maand kunnen terugtrekken in een Italiaans dorp, want met een dagelijks artikel kan ik me daar niet voldoende op focussen nu. Wie weet lukt dat komende zomer.
5. Wat vind je het allerleukste aan bloggen over Italië? En wat vind je het minst leuk?
Het leukste blijft toch het delen van ervaringen. Als ik een onbekender dorpje bezoek, een bijzondere wandeling maak of met een Italiaanse ondernemer op pad ga, dan geniet ik allereerst volop van het bezoek zelf. Daarna geniet ik nog eens als ik deze ervaringen op papier zet en de foto’s selecteer. Het derde genietmoment zit in het publiceren van de blog en de eerste likes via social media. Maar het mooiste moment is als lezers mailen dat ze naar aanleiding van mijn artikel hetzelfde dorpje hebben bezocht, dezelfde wandeling hebben gemaakt of dezelfde ondernemer hebben bezocht en daar zo van hebben genoten. Dan maakt mijn hart elke keer weer een sprongetje, daar doe ik het nog altijd voor.
Het minst leuk vind ik de administratie. Dat hoort bij het ondernemen natuurlijk, maar ik weet elke maandag weer waarom ik schrijf, onderzoek, redigeer en geen boekhouder ben.
6. Wat is volgens jou de meest Italiaanse stad van Nederland?
Op deze vraag is maar één antwoord mogelijk: Maastricht! Niet alleen omdat Ciao tutti daar gehuisvest is, maar vooral vanwege de aanwezigheid van de vele Romeinse resten én vanwege de vele Italiaanse culinaire adressen. In het voorjaar van 2020 stippelde ik een Italiaanse wandelroute uit waarmee je de Romeinse historie van de stad en de lekkerste Italiaanse adresjes in Wyck, in het Stokstraatkwartier, het Jekerkwartier en in het centrum van Maastricht ontdekt.
7. Op welk verhaal op Ciao tutti in die 11 jaar ben je zelf het meest trots?
Op elk verhaal, anders had ik het niet gepubliceerd. Ik stel hoge eisen aan de kwaliteit van de verhalen en de foto’s. Het moet echt iets toevoegen voor de lezer, of die nu thuis op de bank zit of in Italië vakantie viert. Op Ciao tutti vind je geen inhoudsloze teksten of bij elkaar geraapte Wikipedia-weetjes.
‘Ik ben ontzettend trots op dit sprankelende Italiëplatform ‘
Als ik er maar één mag kiezen, dan noem ik de blog die ik schreef over hoe we het tienjarig jubileum van Ciao tutti vorig jaar vierden, met het bijna volledige team in Rome. Ik ben namelijk ontzettend trots om te zien hoe Ciao tutti van de eerste blog is uitgegroeid tot dit sprankelende Italiëplatform, met dank aan Rome en aan de mensen die mee waren om het jubileum daar te vieren.
Mag ik toch nog iets meer noemen, dan ben ik recent vooral trots op de blog die ik over het jubileumseizoen van Wie is de mol? in Toscane maakte, met alle locaties uit de serie én extra tips. (Mario: dit is ook 1 van mijn persoonlijke favorieten!)
Ik heb nog drie andere verhalen waar ik extra trots op ben. Het eerste is mijn roadtrip tussen de trulli in de Valle d’Itria. Ik word nog altijd heel gelukkig als ik deze heerlijke roadtrip herbeleef door deze blog te lezen.
Een andere persoonlijke favoriet is deze blog met de kleurrijkste dorpjes van Italië – simpelweg omdat street art een persoonlijke passie is en ik met deze blog heel veel Italiaanse pareltjes heb kunnen uitlichten
En mijn allereerste blog op Ciao tutti hoort er natuurlijk ook bij want zonder dit eerste verhaal had ik de volgende bijna 6000 blogs nooit gemaakt. Veel mensen dromen over iets. Wil je die droom uiteindelijk verwezenlijken, dan moet je echt eerst die ene stap zetten. Uiteraard moet je daarna blijven lopen, maar die eerste stap is toch de lastigste. Ik ben nog elke dag blij dat ik op 1 februari 2010 deze eerste stap in de blogwereld zette.
8. Wat zouden mijn lezers en ik volgens jou van de Italianen kunnen leren?
Het leven benaderen met wat meer vertrouwen en rust. Tijd nemen voor jezelf, voor elkaar, voor samen eten – en dan liefst niet even snel. Echt genieten van alles, van een goede espresso, van een gesprek met een vriend die je al lange tijd niet zag, van vers fruit, van muziek. In Nederland gaat het leven vaak te snel, we willen te veel.
‘Een glas wijn erbij, echt even aandacht voor elkaar’
Dat tempo kan best iets lager, zodat je ook op een drukke doordeweekse dag tijd hebt om wat uitgebreider te koken, met seizoensgroente van de boer in plaats van de voorgesneden broccoli uit de supermarkt. Een glas wijn erbij, echt even aandacht voor elkaar. Je zult merken dat je daar echt veel gelukkiger van wordt. Het heeft mij in elk geval goed gedaan om – ondanks de ruim 80 uur per week die ik aan Ciao tutti besteed – soms echt even offline te zijn en te genieten van andere dingen.
9. Ik weet dat dit heel moeilijk is, maar je moet nu echt kiezen: wat is jouw ultieme bestemming in Italië?
Alle bestemmingen waarover ik heb gevakantaseerd heb ik inmiddels afgevinkt. Er zijn wel veel plekken waar ik nog graag een keer terug wil, om vrienden te zien, om alles nog meer in detail te kunnen bekijken, om het in een ander jaargetijde te zien. De ultieme bestemming is dan ook een beetje als vragen naar je favoriete kind, zeker omdat Italië zo divers is. De twintig regio’s zijn wat dat betreft bestemmingen op zich. Maar als ik écht moet kiezen, dan zeg ik Puglia. Met name vanwege de gastvrijheid van de mensen, de heerlijke keuken, de nabijheid van de zee, de eeuwenoude olijfbomen en de contrasten tussen bijvoorbeeld het barokke Lecce en de dorpjes op het platteland.
10. Je hebt al heel veel bereikt en gedaan met je blog, waarover droom je nog?
Op dit moment droom ik vooral over een terugkeer naar Italië. Ik hoop dat we in mei weer kunnen reizen, zodat ik weer kan genieten van een espresso aan de bar, omringd door Italiaanse achtergrondgeluiden. Zo veel Italiaans praten dat ik na een paar dagen in het Italiaans denk en droom. Wandelen door de stad, op zoek naar nieuwe inspiratie. Schrijven op een terrasje of in een trein die het land doorkruist. Een bord spaghetti alle vongole eten met mijn voeten in het zand, nieuwe tentoonstellingen bekijken, een echte Napolitaanse pizza bestellen, nieuwe street art spotten, een Aperol Spritz drinken bij ondergaande zon, Italiaanse vrienden zien. Simpele dingen die komende weken nog moeilijk te verwezenlijken zijn.
11. Een bekende uitspraak luidt: Eerst Napels zien en dan sterven. Welke tip heb je voor mijn lezers, welke plek in Italië moet écht op hun bucket list?
Gezien mijn antwoord op vraag negen dus in elk geval Puglia. Maar heel Zuid-Italië is de moeite waard. Gelukkig zien steeds meer mensen dat in, al zijn er nog heel veel ongerepte plekken ten zuiden van Rome te vinden. De groene regio Abruzzo is zo’n pareltje, maar ook de wat onherbergzame regio Calabrië heeft veel te bieden.
Basilicata is dankzij de populariteit van Matera wat bekender, maar buiten deze rotsstad valt er ook daar nog veel te ontdekken. Dat geldt voor Puglia ook; het noorden is nog vrijwel onontgonnen terrein. En Sicilië is een land op zich, met zo veel verschillende plekken dat je aan een rondreis van drie weken nog niet genoeg hebt – althans, ik niet.
‘Ik voel me overal in Italië thuis’
Wat Goethe vooral bedoelde te zeggen met ‘Eerst Napels zien en dan sterven’ was dat Napels voor hem het mooiste was wat een mens in zijn leven kon zien. Het ultieme geluk dus. Dat voel ik toch ook vooral in het zuiden. Ik voel me overal in Italië thuis, kan blind de weg vinden in Florence en Siena, waar ik woonde, net als in Rome. Ik dwaal graag door de borghi in Umbrië en Le Marche, maar mijn hart gaat nóg wat sneller kloppen als Rome ten noorden van me ligt.
De chaos van Napels die tegelijk van een vertederende schoonheid is, de eilanden in de Middellandse Zee – hoe groot of klein ook, de gastvrijheid, de gelaagde historie. Goethes opmerking geldt wat dat betreft voor heel het zuiden van de laars. Eerst het zuiden zien, dan weet je pas wat leven is! Ik heb dat gevoel beschreven in deze blog ‘Napels zien en leven’.
Tot slot, felicitaties voor Saskia
Hartelijk dank, Saskia Balmaekers, voor dit interview. En ik zou bijna vergeten je te feliciteren met dit prachtige jubileum. Salute, ofwel proost in het Italiaans!
Fotoverantwoording
Alle foto’s in dit artikel heb ik gebruikt met toestemming van Ciao tutti. Het copyright berust daar.
8 reacties
Mieke Schepens
Mooi interview! Felicitaties voor Saskia
vakantaseren
dank je. Waren ook hele goede antwoorden van Saskia 🙂
anja feron
Leuk om het intervieuw nu eens van de andere zijde te lezen: Saskia als geintervieuwde ipv vragensteller. Heel leuk!
vakantaseren
Dank je wel Anja. Het was leuk om te doen want ze heeft veel te vertellen!
marc cassier
leuk interview werd er een beetje emotioneel van
vakantaseren
Dank je Marc! Is op zich goed als een interview iets los maakt denk ik. Was er een speciaal antwoord van Saskia waarbij je dat merkte?
Ton
Grazie mille Saskia e salute e molti anni per ciao tutti.
Denise
Goed dat je me er nog even op attendeerde. Het was inderdaad leuk om te lezen. Als mede Italië fan verlang ik meteen weer naar Italië.